Verhaal achter paneel waalhaven
Duitse transportvliegtuigen in brand op vliegveld Waalhaven, 10 mei 1940
Squadron leader James ‘Jimmy’ Wells
Enkele van de piloten van No. 600 squadron in gelukkiger tijden.
De Blenheim BQ-N van Haine en Kramer na de noodlanding op de slikken van Herkingen
De Bristol Blenheim BQ-O van Flying Officer Richard Haine en Pilot Officer Markus Kramer

Dapper maar dramatisch: de luchtaanval van No. 600 Squadron op Waalhaven, 10 mei 1940


Op 10 mei 1940 wordt Nederland ruw gewekt door het binnenvallende Duitse leger. Onderdeel van het Duitse aanvalsplan is om met luchtlandingstroepen de vliegvelden rondom Rotterdam en Den Haag in te nemen, waaronder het vliegveld Waalhaven. De Nederlandse strijdkrachten zijn niet in staat de Duitse troepen te verdrijven en daarom wordt de hulp van de Britse luchtmacht, de Royal Air Force, ingeroepen: ‘Een bombardement is gewenst’. De RAF geeft deze opdracht aan het No. 600 ‘City of London’ Squadron, gestationeerd op de basis Manston in Kent. Dit squadron maakt deel uit van de zogenaamde ‘Auxiliary Air Force’, burgervrijwilligers, bekend als ‘weekendvliegers’. Het squadron vliegt met de Bristol Blenheim Mk 1F jagers. Kort na het middaguur stijgen zes toestellen van B-flight op onder leiding van de 31 jarige Squadron Leader James Jimmy Wells. Na vergeefs wachten op de toegezegde escorte door Spitfires besluit Jimmy Wells de aanval door te zetten, omdat Nederlandse grondtroepen gelijk met de luchtaanval een aanval op de grond uitvoeren. Boven Nederland vliegen de Britse piloten in twee groepen van drie toestellen op het vliegveld aan. Ze duiken op de Duitse vliegtuigen die hier geparkeerd staan en treffen diverse toestellen met hun boordwapens. Kans op een tweede aanval krijgen de Engelsen niet, want inmiddels zijn Duitse vliegtuigen op het strijdtoneel gearriveerd. Deze Duitse jagers zijn van 3./ZG1 en vliegen onder leiding van Oberleutnant Streib. Als de Britten nog laag vliegen door de aanval die ze net uit hebben uitgevoerd en proberen weer op voldoende hoogte te komen om het luchtgevecht aan te kunnen gaan, worden ze door de Duitsers aangevallen. Door dat gebrek aan hoogte en omdat de Duitse Messerschmitt Bf-110 toestellen superieur zijn aan de verouderde Blenheims, hebben de Britten geen schijn van kans. Vier Britse toestellen storten neer in de omgeving van Rotterdam en Pernis. Het vijfde toestel maakt een noodlanding op de slikken van Herkingen. Slechts één toestel ontkomt en vliegt terug naar Engeland. Door deze ene aanval is het halve squadron vrijwel uitgeschakeld.



De weekendvliegers

De trage Blenheims zijn geen partij voor de Duitse Messerschmitt Bf-110 hoewel de Britten volgens hun Duitse tegenstanders dapper strijd hebben geleverd. Er vallen zeven doden onder de bemanningen van de Blenheims, één wordt gevangen genomen en drie weten via Hoek van Holland weer naar Engeland terug te keren. Twee kunnen met hun zwaar beschadigde vliegtuig Manston halen. De weekendvliegers betalen een hoge prijs.

•De Blenheim BQ-R van Squadron Leader James ‘Jimmy’ Wells stort neer op de Welplaat nabij Spijkenisse. Wells en boordschutter Corporal Basil Kidd komen hierbij om het leven, navigator Sergeant John Davis overleeft de crash en kan via Hoek van Holland naar Engeland terugkeren. Jimmy Wells en Basil Kidd zijn ter aarde besteld op de begraafplaats Crooswijk.



•De Blenheim BQ-L met Pilot Officer Mike Anderson en Leading Aircraftman Herbert Hawkins stort neer zuidoostelijk van de Spijkenisserbrug te Hoogvliet. Beide mannen komen hierbij om het leven. Hun laatste rustplaats is de begraafplaats van Spijkenisse.


•Blenheim BK-K crasht bij de Oud-Piershilseweg te Piershil. Piloot Hugh Rowe overleeft met zware brandwonden en wordt op 15 mei 1940 gevangen genomen, de schutter Pilot Officer Robert Echlin uit Canada sneuvelt. Hij rust op de begraafplaats  in Piershil.


•Blenheim BQ-W stort nabij vliegveld Waalhaven neer, waarbij Flying Officer Roger Moore en Corporal Laurence Isaacs sneuvelen. Beider graven zijn op de begraafplaats Crooswijk.


•Blenheim BQ-N wordt bij Herkingen op de slikken gezet bij een geslaagde noodlanding. De beide bemanningsleden Flying Officer Richard Haine en Pilot Officer Markus Kramer weten via Hoek van Holland terug te keren in Engeland.


•Blenheim BQ-O is het enige toestel dat kan terugkeren naar Engeland. Flying Officer Norman Hayes en zijn schutter Corporal Holmes stappen ongedeerd uit hun zwaar beschadigde toestel. Roger Moore, Laury Isaacs, Mike Anderson en Herbert Hawkins worden overigens pas op 24 april 1981 na uitgebreide studie door Hans Onderwater geïdentificeerd, waarna de nabestaanden kunnen worden geïnformeerd over hun rustplaatsen.


De Bristol Blenheim 1F

De Bristol Blenheim Mark 1 wordt in 1937 door de RAF in gebruik genomen. Het toestel is dan een moderne jager, geheel uit metaal vervaardigd met een gestroomlijnde vorm. Voor de aandrijving wordt gebruik gemaakt van twee Bristol Mercury VIII motoren van 840 pk. Het toestel heeft in principe een driekoppige bemanning: piloot, schutter en navigator. Kenmerkend zijn de in die tijd vaker toegepaste rugkoepel en de glazen neus. Op het moment dat de bemanningen in hun Bristol Blenheim richting Nederland vliegen, zal er ongetwijfeld een moment van twijfel zijn geweest over de afloop van deze missie. Door de snelle ontwikkelingen in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog is de Blenheim in mei 1940 al een verouderde jager. Met een kruissnelheid van ongeveer 325 kilometer per uur is het veel trager dan de Duitse gevechtsvliegtuigen van het type Bf 109 of      Bf 110. Bovendien heeft het toestel vrijwel geen pantsering, geen zelfdichtende brandstoftanks en een lichte constructie. De bewapening van de 1F versie bestaat naast de .303 mitrailleur (7,7 millimeter) in de rugkoepel uit een gondel met vier .303 mitrailleurs onder de buik van het toestel. Dit is niet geschikt voor het gevecht met vijandelijke jagers want hiermee kan nauwelijks gericht gevuurd worden. De Britse leiding is zich hier van bewust maar heeft nauwelijks betere toestellen beschikbaar. De Spitfire en Hurricane worden mondjesmaat ingezet omdat deze dringend nodig zijn voor de verdediging van Groot-Brittannië zelf. Dus worden in die dagen noodgedwongen vele Britse vliegers de strijd ingestuurd met verouderd materiaal, met alle gevolgen van dien. Desondanks weten op 10 mei 1940 na de aanval op Waalhaven twee piloten van No. 600 Squadron hun toestel met een noodlanding op de grond te krijgen. Richard Haine landt zijn toestel als een stervende zwaan op de slikken bij Herkingen. Norman Hayes slaagt er dankzij kundig vliegwerk in met zijn toestel terug te keren in Engeland waarna het toestel direct naar de schroothoop wordt afgevoerd.