In de nacht van 25 op 26 juli onderneemt RAF Bomber Command opnieuw een poging de luchtoorlog richting Duitsland te verleggen. Dit soort acties vragen veel van het verouderde materiaal en de vermoeide bemanningen. De acties zijn slechts een speldenprik vergelijken met de massale aanvallen die de RAF een kleine twee jaar later kan uitvoeren. Deze nacht voeren 30 Handley Page Hampdens en 25 Armstrong Whitworth Whitley’s missies uit naar Hannover terwijl Hamburg door 43 Wellingtons wordt gebombardeerd. Tegelijkertijd vliegen zeven Short Stirlings en twee Halifaxes aan op Berlijn. De RAF betaald ook die nacht weer een hoge prijs want maar liefst tien van de 109 ingezette bommenwerpers gaan verloren en dat ook nog zonder noemenswaardig resultaat. Van de zeven viermotorige Stirlings gaan er twee verloren. Een Stirling Mk.I (N6029) van No.15 squadron moet een noodlanding op zee maken waarbij de bemanning maar liefst vier dagen op zee rond drijft voordat ze door Duitse troepen gevangen worden genomen.

De tweede Stirling Mk. I van No. 7 squadron met serienummer N6035, squadron code MG-A, stort neer aan de zuidkant van Goeree, in een moerassig weilanden gebied bekend als de Koudenhoek, langs de Jillesweg tussen Ouddorp en Goedereede.  Ook deze bemanning overleefd de crash, ze kunnen het toestel op tijd verlaten met hun parachute. Twee bemanningsleden komen terecht in de buurt van de Hofdijksweg, twee anderen nabij Goedereede. Een vijfde komt neer bij de Middelweg en de laatste twee in de Middelduinen. De Duitsers hebben een en ander in het vroege morgenlicht zien gebeuren en hebben weinig tijd nodig alle zeven op te sporen en gevangen te nemen.